@article {405, title = {De Middelfrankische toon: Ontstaan en ontwikkeling}, year = {2002}, publisher = {Nederlandse Vereniging voor Fonetische Wetenschappen}, address = {Antwerpen, Belgium}, abstract = {

In een recente bijdrage aan de discussie over de oorsprong van de sleeptoon van het Limburgs, heb ik voorgesteld dat de sleeptoon de fonologische interpretatie is van een fonetische verlenging van korte klinkers in monosyllabische woorden die in een naburig dialect met hoger sociaal prestige een lange klinker hadden. Overname van de lange klinker was niet mogelijk, omdat dat het contrast tussen enkelvouds- en meervoudsvormen zou hebben geneutraliseerd.

Deze hypothese verklaart niet alleen het ontstaan van de toon, maar ook drie andere fonetische verschillen met de stoottoon: (1) de langere duur, (2) de geringere diftongering, en (3) de hogere klinkerkwaliteit.

De verklaring van (2) en (3) is niet evident, maar wordt verklaard door het feit dat hogere klinkers langer worden waargenomen dan lagere, en dat monoftongen als langer worden waargenomen dan diftongen. Een perceptie-experiment zal worden verslagen waarin die bewering wordt getoetst.

}, author = {Carlos Gussenhoven} }