@article {35, title = {Another heresy: RAX entails bostrodac-fypaestmo}, year = {2015}, publisher = {Nederlandse Vereniging voor Fonetische Wetenschappen}, address = {Utrecht, The Netherlands}, abstract = {

In linguistics/phonetics {\textquoteleft}stress{\textquoteright} is generally treated as some sort of {\textquoteleft}prominence{\textquoteright} one can pick up and move about like cherries on a cake. Rhythm is rarely mentioned. It is terra incognita remaining unexplored.

Indeed, Fraisse{\textquoteright}s ground-breaking Psychologie du rythme (1974) is never even mentioned at all. Postulating a Rhythmic Alternation aXiom saying {\textquoteright}no more than two weaker between stronger beats, etc.{\textquoteright}, this logically entails (hierarchies of) no more than 9 ictus {\textpm} remiss(es) groupings: yamBOS, TROchee, DACtylus, (+)amPHIbrach(+), anaPAEST and MONE, or BTDFPM for short (and thereby a simple notational system inviting further research into forms and functions). This BTDFPM notation is easily converted into an {\textquoteleft}embodied{\textquoteright} oral version (and vice versa!), still further enhancing the analyst{\textquoteright}s rhythmic sophistication. Speech exhibits a three-tier hierarchy and therefore primary, secondary and tertiary ictuses and grouping dividers.

Taking lines 6 and 7 from vBuuren (2015) I shall illustrate some of this, inviting falsification as always.

}, author = {Lucas van Buuren} } @article {111, title = {Over postura in het NL}, year = {2010}, publisher = {Nederlandse Vereniging voor Fonetische Wetenschappen}, address = {Utrecht, The Netherlands}, abstract = {

Spreek uit: lontje-lor-lok-lot-Lon-lont-lol. Het schijnt dat (voor de meeste niet-Amsterdammers) de {\textquoteleft}tongue-posture{\textquoteright} steeds iets verder naar achteren helt. De helesyllabe klinkt dan {\textquoteleft}donkerder{\textquoteright}. Luister vooral naar en voelook uw begin-lateralen.

Dit roept veel vragen op. Hoe specificeer en doceer je de lippen/tong -postura{\textquoteright}s van het NL? Wat is {\textquoteleft}postura{\textquoteright}? Waarom maken wij dergelijke niet-distinctieve onderscheidingen? Hoe regelt uw brein dat? Stellen Blondie\&Co ook dit nu verplicht voor niet-Edelgermanen{\textellipsis}?

In het hoofdstuk {\textquoteleft}Postura{\textquoteright} van mijn Engelse uitspraakcursus (gratis pdf-download op www.linguavox.nl) behandel ik het verschijnsel, met verwijzingen naar het NL en {\textquoteleft}exhaustive rules{\textquoteright} voor het GB Engels. Meer discussie in vBuuren (1995).

L. v. Buuren: English Phonetics Course (for Dutch-speaking students), (1969-)1993, chapter 11; Postura, Clear and Dark Consonants Etcetera, in: J. Windsor Lewis (ed.) Studies in English and General Phonetics, Londen, 1995, pp. 130-142.

}, author = {Lucas van Buuren} } @article {125, title = {Gefloten plosieven en andere articulatorische wetenswaardigheden}, year = {2009}, publisher = {Nederlandse Vereniging voor Fonetische Wetenschappen}, address = {Utrecht, The Netherlands}, abstract = {

Bij mijn verhaal over Cardinal Vowels vorig jaar noemde ik al de nauwe relatie met fluiten. Bij mijn weten is daar nooit eerder op gewezen. Na nog wat experimenteren met het fluiten (hoorbaar en onhoorbaar) van Somewhere Over The Rainbow, etc., wil ik nu ook de relatie met palatale-velaire-uvulaire-faryngale consonanten daarbij betrekken. Uitgaande van een fluitbereik/beheersing van {\textpm} 3x12 halve tonen zou je wellicht een potentieel van {\textpm} 36 (tonglichaam) plosieven en fricatieven kunnen veronderstellen, en evenzovele klinkerplaatsingen in hetzelfde gebied. Articulatorisch fonetisch onderzoek als dit geniet (kennelijk!) niet veel belangstelling meer: de articulatorische fonetiek dreigt zelfs (ten tweede male) kopje onder te gaan. Maar. Van alle dieren heeft onze soort wel het meest fantastische, veelzijdige en (soms) buitengewoon fraaie en ontroerende vocale potentieel. Dus...?

}, author = {Lucas van Buuren} } @article {139, title = {Leren en doceren van klinkers}, year = {2008}, publisher = {Nederlandse Vereniging voor Fonetische Wetenschappen}, address = {Utrecht, The Netherlands}, abstract = {

L2 sprekers van het Nederlands hebben veelal grote problemen met de klinkers. Blijkbaar zijn wij niet (langer) in staat die te doceren. Hetzelfde geldt trouwens voor L2 (i.c. Engels) sprekende Nederlanders.

Uitgaande van Catford (1988) hoofdstuk 7-8 en Van Buuren (1993) hoofdstuk 7-9 (op Linguavox.nl/klinkers) wil ik weer eens Daniel Jones{\textquoteright} Cardinal Vowel benadering onder de aandacht brengen en enkele verbeteringen en verfijningen voorstellen.

}, author = {Lucas van Buuren} } @article {177, title = {Iets over rhythme en timing in NL en GB}, year = {2006}, publisher = {Nederlandse Vereniging voor Fonetische Wetenschappen}, address = {Utrecht, The Netherlands}, abstract = {

Mijn definitie van rhythme luidt: het {\textquoteleft}rappen{\textquoteright}, binnen een psychologisch/neurologisch praesens van {\textpm} 2-5 seconden, van motorische eenheden (h.l. syllabes) in (hierarchie{\"e}n van) MOON, TROchee, jamBOS, (+)DACtylus, (+)amPHIbrach(+) en anaPEST(+).

(De + eveneens zwakke syllabe aanduidend, komt dit neer op 11 mogelijke {\textquoteleft}voeten{\textquoteright}. {\textquoteleft}RAPpen{\textquoteright} = groeperen in overeenstemming met een Rhythmisch Alternatie Principe inhoudende: niet meer dan 2 zwakkeren tussen Sterkeren en niet meer dan 1 aan begin en eind van locutie).

Deze theorie laat zich voor GB illustreren in (1), voor NL in (2): zelfde scandering (maar andere timing).

(1) the secretary for education was at the front door, not in the living-room.

(2) het vreselijkste gesodemieter was met de m.e., niet met de kleuterjuf.

Vervolgens de vraag hoe de beschrijving voor GB/NL te voltooien.

Eerdere pogingen tot beantwoording van deze vraag o.m. in hfdst. 8 van mijn Indispensable Foundation (1990), afscheidscollege (2000), artikelen in Festschrift Barentsen (ed. Honselaar e.a.) (2003) en Lacus Forum (2004/5/6).

}, author = {Lucas van Buuren} } @article {208, title = {Fonatie}, year = {2004}, publisher = {Nederlandse Vereniging voor Fonetische Wetenschappen}, address = {Utrecht, The Netherlands}, abstract = {

Eerstens mijn huidige samenvatting/theorie (cf. Buuren 1983) van alle mogelijke strottenhoofd-vocalisaties (fonatie), aldus: A CONFIGURATIE. A1:REGISTER: borst...kop/mengstem. A2:KNIJPING: nul...sterk (\ B2). A3:SMORING: nul...sterk. A4:CONSTRICTIE: nul...sterk. A5:VENTRICULARITEIT: stem en/of schraping. A6:LARYNXSTAND: hoog...laag. A7:ADEMING: helder...ademig...fluisterig (\ B3). A8:HINNIKSTEM. B - GEBAAR . B1:GLOTTISSLAG. B2:TRILLING: stem/kraakstem/kraak (\ A2). B3:FRICTIE: nul (adem-,{\textquoteleft}breathed{\textquoteright})...fluister (\ A7). C - COMBINATIES van B2 en B3 alsmede van A1-A8. Tweedens wou ik e.e.a demonstreren (lijfelijk uiteraard, alsook middels audio/video), i.h.b. A1:Mengstem (Ray Charles, Jesse Jackson, e.a.), A8:Hinnikstem (Bhimsen Joshi, Nigel Rogers...), A5+B2:Dubbelstem (Adelaide Hall, Louis Armstrong...).

Ref. L. van Buuren (1983). Observations on Phonation. JIPA

}, author = {Lucas van Buuren} } @article {224, title = {Pleidooi voor articulatorische of a-fonetiek}, year = {2003}, publisher = {Nederlandse Vereniging voor Fonetische Wetenschappen}, address = {Utrecht, The Netherlands}, abstract = {

De\ a-fonetiek ging kopje onder na de eerste bloeiperiode {\textpm} 2500 jaar geleden. Na een tweede bloeiperiode ({\textpm} 1870-1945), dreigt ze opnieuw kopje onder te gaan. De Indiase benadering (articulatorische {\textquoteright}yoga{\textquoteright}, introspectie, auditieve observatie) strookt niet met westerse (empirische, instrumentele, visuele) voorkeuren, c.q. de\ a-fonetiek. Een opleiding tot\ a-foneticus schijnt niet langer te bestaan. Linguisten en fonetici beschouwen nu de\ a-fonetiek als marginaal of irrelevant.

Practisch argument voor a-fonetiek. De fantastische vooruitgang sinds 1870 in de beschrijving van alle vocalisatie stelt ons in staat de uitspraak van talen (Nederlands, Engels{\textellipsis}) nauwkeurig te beschrijven en/of te doceren aan allochthonen. Maar willen we dat wel?

Theoretisch argument. Taal is een netwerk van sociaal bepaalde vorm-betekenis eenheden (Saussure). In uw menselijk brein zitten die betekenissen en (fonologische) vormen als met elkaar verbonden neuro-cognitieve patronen, zintuigelijk -vooral auditief- geleerd. Om uw taaltekens weer sociaal te gebruiken moeten zij uw motoriek (vocalisatie, gebaren) activeren. Ergo: het verschijnsel taal behelst een vicieuze cirkel: fysiologie(hersenactiviteit +motoriek)<->vorm<->betekenis<->fysiologie{\textellipsis} Ergo: a-fonetiek is een onmisbare component van taalkunde.

}, author = {Lucas van Buuren} } @article {241, title = {Rhythme in het Engels en het Frans.}, year = {2002}, publisher = {Nederlandse Vereniging voor Fonetische Wetenschappen}, address = {Utrecht, The Netherlands}, abstract = {

In een fonologische transcriptie (incl. accent-markering) van het begin van The Story of Arthur the Rat door mijzelf ingesproken zijn de syllabeduren aangegeven volgens een viertal timing-regels. Vervolgens zijn de syllabeduren gemeten in centiseconden om te zien in hoeverre deze regels wel of niet kloppen. Hiervan wordt verslag gedaan.

In een dito transcriptie van Le Rat Arthur ingesproken door een Fran{\c c}aise heb ik de syllabeduren eerst op het oor vastgesteld, en vervolgens eveneens gemeten in centiseconden om te zien hoe (on)betrouwbaar mijn auditorische analyse was. Ook hiervan verslag. Verder nog een eerste poging tot het opstellen van accent- en timing-regels voor het Frans, en wat meer algemene opmerkingen over rhythme in beide talen. Zo mogelijk hoop ik voor 19 December ook nog iets te kunnen doen aan Arthur de Rat en Arthur die Ratte.

}, author = {Lucas van Buuren} } @article {276, title = {Vorm en betekenis van rhythme}, year = {2000}, publisher = {Nederlandse Vereniging voor Fonetische Wetenschappen}, address = {Utrecht, The Netherlands}, abstract = {

Citaat:

"All languages have their distinctive rhythms

Poetic rhythm is a heightening and an exploitation of the rhythm of a particular language. To be able to speak English, therefore, is to be familiar with the rhythms that English poetry uses."

(Derek Attridge, Poetic Rhythm, Cambridge, 1995, p4).

In April 2000 hield ik een voordracht voor de British Association of Academic Phoneticians getiteld Teaching Rules for English Rhythm. Hierin werden zowel de (fonetische) vorm als de betekenis van het rhythme van de Engelse spreektaal behandeld. Het stuk is te vinden op mijn website(-in-aanbouw) www.linguavox.nl. Afhankelijk van de beschikbare spreektijd wil ik gaarne de hoofdpunten daarin nogmaals ter discussie stellen, en verder enkele stappen zetten in de richting van een rhythmische beschrijving van het Nederlands, het verband tussen spreektaal-, vers- en zang-rhythme, en een theorie over rhythme in het algemeen.

}, author = {Lucas van Buuren} }