Abstract
Er zijn heel wat talen in de wereld die zoals Engels en Frans aan woordbegin de labialen /w/ - /v/ - /f/ kennen. In die talen is de /w/ een bilabiaal die tegenover de labio-dentale /f/ en /v/ staat. Zo ook in het Belgisch-Nederlands, het Limburgs in Nederland en het Surinaams-Nederlands. In de rest van Nederland is echter wat anders aan de hand. Daar zijn dialecten te vinden waarin /w/ - /v/ - /f/ alledrie labiodentaal worden uitgesproken, b.v. in:
wat – vat - fat
wel - vel - fel
geweest – geveest - gefeest
leeuwen - leven - heffen
Voorzover mij bekend zijn die dialecten hierin (vrijwel) uniek. Ladefoged & Maddieson (1996: 140-141, 322-325) melden alleen /w2/ (om de labiodentaal voortaan zo aan te duiden) en /v/ in Isoko (Uzere dialect; Niger-Kordofanian, Nigeria), maar zonder de /f/ te noemen.
Drie labiodentalen op een rij is ook voor vele dialecten in Nederland teveel van het goede, en die hebben de zaken daarom vereenvoudigd, maar niet als in het Belgisch-Nederlands. Ze hebben van de /v/ een /f/ gemaakt, met als resultaat de oppositie /w2/ - /f/. De Friese dialecten lopen hierin voorop. Ook het Afrikaans heeft dit systeem.
Vergelijking van kaart 194 wijn en kaart 107b verf in FAND IV laat zien dat [w2] en [v] slechts in een minderheid aan dialecten lijken samen te gaan. Verf heeft in het grootste deel van Nederland massaal [f] aan het begin. Toch is dat effect weer minder duidelijk op kaart 107a vis met relatief veel [v].
Tussen het Belgisch-Nederlands met [w] – [v] – [f] en het Nederlands/Fries met [w2] – [f] zitten allerlei gradaties. Nader onderzoek van de GTRP-gegevens brengt er een aantal aan het licht. Wat is de plaats van zulke graduele verschijnselen in de fonologische theorie?
Referenties
Ladefoged, Peter & Ian Maddieson 1996 The sounds of the world’s languages, Blackwell:Oxford/Malden.
wat – vat - fat
wel - vel - fel
geweest – geveest - gefeest
leeuwen - leven - heffen
Voorzover mij bekend zijn die dialecten hierin (vrijwel) uniek. Ladefoged & Maddieson (1996: 140-141, 322-325) melden alleen /w2/ (om de labiodentaal voortaan zo aan te duiden) en /v/ in Isoko (Uzere dialect; Niger-Kordofanian, Nigeria), maar zonder de /f/ te noemen.
Drie labiodentalen op een rij is ook voor vele dialecten in Nederland teveel van het goede, en die hebben de zaken daarom vereenvoudigd, maar niet als in het Belgisch-Nederlands. Ze hebben van de /v/ een /f/ gemaakt, met als resultaat de oppositie /w2/ - /f/. De Friese dialecten lopen hierin voorop. Ook het Afrikaans heeft dit systeem.
Vergelijking van kaart 194 wijn en kaart 107b verf in FAND IV laat zien dat [w2] en [v] slechts in een minderheid aan dialecten lijken samen te gaan. Verf heeft in het grootste deel van Nederland massaal [f] aan het begin. Toch is dat effect weer minder duidelijk op kaart 107a vis met relatief veel [v].
Tussen het Belgisch-Nederlands met [w] – [v] – [f] en het Nederlands/Fries met [w2] – [f] zitten allerlei gradaties. Nader onderzoek van de GTRP-gegevens brengt er een aantal aan het licht. Wat is de plaats van zulke graduele verschijnselen in de fonologische theorie?
Referenties
Ladefoged, Peter & Ian Maddieson 1996 The sounds of the world’s languages, Blackwell:Oxford/Malden.
Publication type
Presentation
Year of publication
2008
Conference location
Amsterdam
Conference name
Symposium Taal- en Spraakvariatie 2008
Publisher
Nederlandse Vereniging voor Fonetische Wetenschappen