Abstract
Oordelen van luisteraars over spreektempo zijn niet alleen gebaseerd op de gehoorde spraakklanken, maar ook op het aantal bedoelde (en wellicht onhoorbare) spraakklanken. Dat roept de vraag op, of het subjectieve spreektempo mede beïnvloed wordt door de (door luisteraars geschatte) articulatorische inspanning die nodig is om de spraak te produceren. De klankreeks "tisitisiti" gesproken met 5 syll/s zou dan beoordeeld worden als trager dan de klankreeks "sokesokeso" gesproken met hetzelfde tempo, vanwege de geringere articulatorische inspanning voor de eerste klankreeks. Deze hypothese is onderzocht in een "magnitude estimation" experiment, met klankreeksen die relatief weinig of veel articulatorische inspanning vereisen, in tempi tussen 3.0 en 4.5 syll/s.
De voorlopige resultaten bevestigen bovengenoemde hypothese, althans voor het snelste tempo. Luisteraars compenseren blijkbaar voor de articulatorische inspanning (vergelijkbaar met compensatie voor coarticulatie), indien het gehoorde spreektempo mogelijk begrensd is door articulatorische beperkingen. Deze resultaten bevestigen het algemene idee dat spraakperceptie mede wordt beïnvloed door impliciete kennis die luisteraars hebben over spraakproductie.
De voorlopige resultaten bevestigen bovengenoemde hypothese, althans voor het snelste tempo. Luisteraars compenseren blijkbaar voor de articulatorische inspanning (vergelijkbaar met compensatie voor coarticulatie), indien het gehoorde spreektempo mogelijk begrensd is door articulatorische beperkingen. Deze resultaten bevestigen het algemene idee dat spraakperceptie mede wordt beïnvloed door impliciete kennis die luisteraars hebben over spraakproductie.
Publication type
Presentation
Year of publication
2007
Conference location
Utrecht
Conference name
Dag van de Fonetiek 2007
Publisher
Nederlandse Vereniging voor Fonetische Wetenschappen