Perceptie van gereduceerde woorden: Een uitdaging voor de tweetalige luisteraar?

TitlePerceptie van gereduceerde woorden: Een uitdaging voor de tweetalige luisteraar?
Publication TypePresentation
Year of Publication2005
Conference NameDag van de Fonetiek 2005
AuthorsTuinman, Annelie, Holger Mitterer, and Anne Cutler
PublisherNederlandse Vereniging voor Fonetische Wetenschappen
Conference LocationUtrecht, The Netherlands
Abstract

Luisteren naar een tweede taal (T2) is niet eenvoudig. Dat geldt zeker voor continue spraak, die vaak reducties bevat als het wegvallen van /t/ in ‘Postbank’. Dit confronteert T2 luisteraars met onbekende vormen. Reducties die eveneens in de moedertaal (T1) voorkomen zijn echter (mogelijk) niet problematisch voor T2 luisteraars. In dit onderzoek is gekeken naar de waarneming door Duits-Nederlands tweetaligen van /t/-reductie op het woordeinde— een reductiefenomeen dat ook in het Duits voorkomt. In twee experimenten beslisten luisteraars of het targetwoord in een /t/ eindigde of niet. Vijf verschillende soorten /t/, van compleet geproduceerd tot volledig weggevallen, werden gepresenteerd in twee akoestische contexten: na /n/ (/t/-reductie is ongebruikelijk, leert eerder onderzoek) en na /s/ (/t/-reductie komt vaak voor). In Experiment 1 waren de targetwoorden werkwoorden (e.g. ren, kus) en de grammatica van de zin (beginnend met ik of zij) voorspelde of het targetwoord al dan niet moest eindigen op een /t/. In Experiment 2 resulteerde het interpreteren van een /t/ in een wél (charmant) of níet bestaand woord (kanon[t]). T2 luisteraars hielden, net als T1 luisteraars, rekening met alle vier factoren: akoestische context (/n/ of /s/), het soort /t/-reductie, grammaticale en lexicale constraints. T2 luisteraars gaven echter vaker aan een /t/ te horen dan Nederlandse luisteraars. Uit verder onderzoek moet blijken wat hiervan de oorzaak is: een verschil in /t/-reductie tussen Duits en Nederlands?