Abstract
Op grond van 1244 losse zinnen uit kranten, bestaande uit 13091 woorden, is de relatie bepaald tussen woordklassen en prominentie oordelen. De zinnen zijn door verschillende mensen uit heel Nederland voorgelezen. Tien 'naïeve' luisteraars kregen de taak de met nadruk uitgesproken woorden te markeren. Als verwacht zijn de functiewoorden niet of nauwelijks als prominent waargenomen, en de inhoudswoorden als prominent. De verschillende woordklassen laten zich globaal ordenen in een glijdende schaal van niet prominent tot meest prominent. De resultaten vragen echter om een meer specifieke analyse. Naast een indeling in woordklassen, zijn er lexicale items, zoals bepaalde partikels, die zich anders gedragen dan items uit dezelfde woordklasse. Ook is het duidelijk dat woordvolgorde en ritmische alternantie een cruciale rol spelen bij de distributie van prominentie. De gevonden patronen hebben geleid tot een algoritme dat prominentie automatisch voorspelt. Dit algoritme kan van nut zijn binnen de spraaksynthese en de spraakherkenning.
Publication type
Presentation
Year of publication
1999
Conference location
Utrecht
Conference name
Dag van de Fonetiek 1999
Publisher
Nederlandse Vereniging voor Fonetische Wetenschappen