Abstract
Als T1- en T2-sprekers Engels als lingua franca gebruiken, dan verwachten we dat hun accenten convergeren, en dat ook de ritmische patronen zullen convergeren. Deze ritmische convergentie is onderzocht met behulp van een longitudinaal corpus (27 gevorderde T2-sprekers van het Engels, 8 T1-sprekers). Spraakritme is hier geoperationaliseerd als de piekfrequentie in het spectrum van het intensiteitsverloop, genormaliseerd voor spreeksnelheid.
Onze resultaten laten zien dat (1) de variantie tussen sprekers in ritme mettertijd afneemt, vooral tussen de eerste en tweede geluidsopname. (2) Ritme verschilt significant tussen mannen en vrouwen, maar alleen voor de T1-sprekers. (3) De ritme-maat wordt enigszins beïnvloed door spreektempo, omdat zwakke syllaben sterker worden gereduceerd bij een sneller tempo, maar ook dit effect treedt alleen op bij de T1-sprekers.
Deze bevindingen suggereren dat (a) ritmische convergentie inderdaad optreedt, terwijl (b) tegelijkertijd de subtiele effecten van geslacht en metrische structuur niet goed verworven worden door de gevorderde T2-sprekers.
Onze resultaten laten zien dat (1) de variantie tussen sprekers in ritme mettertijd afneemt, vooral tussen de eerste en tweede geluidsopname. (2) Ritme verschilt significant tussen mannen en vrouwen, maar alleen voor de T1-sprekers. (3) De ritme-maat wordt enigszins beïnvloed door spreektempo, omdat zwakke syllaben sterker worden gereduceerd bij een sneller tempo, maar ook dit effect treedt alleen op bij de T1-sprekers.
Deze bevindingen suggereren dat (a) ritmische convergentie inderdaad optreedt, terwijl (b) tegelijkertijd de subtiele effecten van geslacht en metrische structuur niet goed verworven worden door de gevorderde T2-sprekers.
Publication type
Presentation
Year of publication
2014
Conference location
Utrecht
Conference name
Dag van de Fonetiek 2014
Publisher
Nederlandse Vereniging voor Fonetische Wetenschappen